24 Ik wil wel een gitaarversterker voor je bouwen. Zahnfleisch met De Nationale Hobby




Mijn collega Cor was software-architect en een zeer precies man. Details kregen van hem net zoveel aandacht als hoofdlijnen en hij rustte niet, voordat hij zijn gesprekspartner ervan had overtuigd dat alles even belangrijk was en in gelijke mate onderzocht moest worden. Veel collega's liepen daarom met een boogje om hem heen. Dat zei in mijn ogen niet alleen iets over Cor, maar net zo goed over de collega's. Dat waren mensen zoals Ron, die ik wel eens toevoegde: "Duiken Ron, er komt werk aangevlogen!" Cor en ik konden het met elkaar vinden. Ik kreeg zo nu en dan een hoofdpijntje van zijn nauwgezetheid, maar waardeerde die ook. Een gedreven man die het goed wilde doen.

Op zekere dag wandelde ik het kantoor binnen met mijn Fender Telecaster op de rug. Cor was direct geïnteresseerd. Niet zozeer in de muziek, als wel in de techniek. Hij vertelde dat hij thuis onderdelen had liggen van talloze buizenversterkers, sommige stammend uit de jaren zestig, toen hij als jongetje was begonnen met verzamelen. "Ik wil er nog altijd een keer een versterker van bouwen, volgens een originele bouwplaat uit de jaren zestig. Heb jij geen versterker nodig? Dan bouw ik er eentje voor je." Ik dacht na. Als ik mijn Kustom-versterker (zie ook verhaaltje Optreden met zere billen) zou verkopen en ook mijn kleine Peavy-bakje en het laatste geld van mijn Robeco-spaarrekening afhaalde, had ik een aardig bedrag liggen. "Ik hoef er niet aan te verdienen, ik wil alleen de materialen vergoed." Ik hapte toe.



"Kom een keer kijken in de pauze of na het werk. In de schuur heb ik mijn werkplaats." Enige weken later fietste ik mee met Cor naar zijn huis in Apeldoorn. Een alleraardigste, vrijstaande woning uit het begin van de twintigste eeuw aan een straat die ooit in de velden aan de rand van het dorp had gelegen, nu werd omsloten door jaren zeventig- en tachtig-nieuwbouw. Schuin achter het huis stond de schuur en daar gebeurde het. In keurige slagorde opgesteld in laden en op planken, soms in vetvrij papier of katoen gewikkeld, lagen daar talloze buizen, printplaten, relais, kabels, stekkers, weerstandjes en potmeters. Aan de muur een kleine werktafel met soldeerbouten, tangetjes, klemmen, spanningsmeters. Cor glom van trots toen ik mijn bewondering liet blijken. "Hier ga ik heen na een klotedag op het werk en een minuut later ben ik alles vergeten."

"Wat ik niet heb, zijn goede luidsprekers. Die dingen hebben de jaren zestig niet overleefd. De rest heb ik allemaal liggen en is onverwoestbaar. Nou, kabeltjes moet ik ook nieuw kopen, en een paar potmetertjes." Enige weken later, opnieuw in de pauze van het werk, stapten we op de fiets naar de grote muziekwinkel aan de Laan van Westenenk. Het personeel daar had er de ballen verstand van en was arrogant en eigenwijs, maar er was veel moois te koop. Cor had zeer specifieke wensen over de drie luidsprekers die hij nodig had en was gewapend met een vel papier waarop hij alle specificaties had uitgewerkt. De jongen die ons hielp was stellig: "Nee, dat bestaat niet." "Waar hebben jullie de luidsprekers liggen? Ik wil er wel even naar kijken." Ongeïnteresseerd wuifde de druiloor naar een hoek van de immense hal.

Binnen twee minuten had Cor gevonden wat hij zocht en konden we afrekenen. Ik tikte 679 euro af voor drie luidsprekers. Cor wees de knul op de getallen op de doos, hield er zijn velletje met de specificaties naast en wees op de overeenkomsten. "Kijk, het bestaat echt." De knaap reageerde niet en zei geen gedag nadat we hadden afgerekend en de zaak verlieten. Op weg naar buiten bromde Cor: "Zo'n gast moet je meteen ontslaan. Hij heeft er geen verstand van. Dat is slecht voor je zaak."



"Neem morgen je gitaar mee naar kantoor, dan gaan we na het werk naar mijn huis en kun je een stukje spelen. Ik heb de eerste opzet gemaakt. De speakers hangen nog los in het frame en de klankkast is niet af, maar er komt al wel geluid uit. Dan speel jij en kan ik luisteren en erna de buizen goed afstellen." Cor was enthousiast over mijn spel en riep zijn vrouw erbij. Die vond het maar niets, die herrie, en liet dat blijken. Ze was erg streng en niet heel aardig tegen Cor. Mij behandelde ze correct, maar ijzig. Ik denk dat ze niet zo blij was met de hobby van haar man. Het huis was heel erg schoon en netjes en ik zag haar voortdurend met een stofdoekje rondgaan. Misschien vond ze het schuurtje een rommeltje, met overal stof en smeer?

In de weken erna bracht ik vaker een bezoekje aan de schuur om een half uurtje te spelen, terwijl Cor luisterde, steeds op dreef kwam, en fijnsleep aan het geluid van de steeds groter wordende versterker. En toen was hij klaar. Een loodzwaar monster met een fenomenaal geluid. Je kunt hem laten grommen, janken, razen en bonken. Je kunt er zowel bas als gitaar over spelen, beide klinken goed, het bereik is enorm. De ruiten van het huis trillen, wanneer je de knoppen openzet. Kort na oplevering speelde Zahnfleisch op Koninginnenacht op het Leienplein in Apeldoorn. De vuurdoop voor de nieuwe klankkast. Cor stond trots vooraan en vertelde aan iedereen die het horen wilde dat hij de versterker had gebouwd. Ik had hem nog nooit zo blij en jongensachtig meegemaakt. We verzorgden die avond een uitstekend optreden en speciaal voor Cor trok ik de alle registers open. De Nationale Hobby was een prijspakker op deze versterker. In de brug zette ik de knoppen vol open en een huilend geluid trok over het podium. Mooi man!

In de jaren erna vroeg Cor me regelmatig of ik nog op ging treden met de versterker. Elke cd-opname die ik ermee maakte kreeg hij van me cadeau en zette hij op een plankje in zijn werkschuur. Het rijtje groeide gestaag. Wanneer we in de buurt speelden, kwam hij kijken. Altijd alleen, met zijn camera, en dan maakte hij een paar foto's van de versterker. Jammer genoeg heb ik nooit om kopieën gevraagd. Ik heb alleen een korte filmcompilatie van ons optreden aan het Leienplein.

Behalve heel precies, was Cor ook een enorme hypochonder. Als hij een pijntje voelde, had hij kanker, wanneer hij hoofdpijn had, een tumor. Toen kwam de dag waarop hij iets kreeg om zich écht zorgen over te maken: het begin van melanoom op de rug, bij toeval ontdekt tijdens een controle bij de huisarts. Hij zat in de piepzak, zag grijs en vaal en kreeg hij concentratieproblemen. De kanker werd weggenomen en langzaam trok Cor bij. Jaren bleef het stil. Terugkomcontroles leverden niets op en dat was goed.

Ik ging werken op een andere afdeling in een ander gebouw en we verloren elkaar uit het oog.



Jaren later hoorde via-via dat Cor was overleden. De kanker was teruggekomen en deze keer was het snel gegaan. Binnen enkele maanden was hij dood. De angst dat dit zou gebeuren had de laatste tien jaar van zijn leven vergald en was uiteindelijk bewaarheid geworden.

Zijn naam staat geschreven in een hoekje van de gitaarversterker die hij voor mij bouwde en waarop ik nog wekelijks speel.

Martijn Rutte, 27 april 2024

Het filmpje met korte fragmenten van het optreden van Zahnfleisch in Apeldoorn is van Cor Winters.