6. Ik ken nog wel een goeie zangeres: NS Dansorkest met Neem Me Mee




Jeroen kent de hele wereld. Zet je hem neer in een voetbalstadion, is hij na drie wedstrijden bevriend met de mensen naast hem op de tribune, een oude bekende van de dames achter de bar, vertrouwd gezicht bij de beveiligers en vaste klant van de visboer die met zijn wagen voor de ingang staat. Wordt hij directeur van poppodium Gigant te Apeldoorn, kent hij een maand later alle vrijwilligers mét hun hobby's en hun bezigheden. Dus toen wij een zangeres zochten voor de eerste cd van ons muzikale project NS Dansorkest, Naturbreit, noemde hij Simone. "Ik squash met een dame die ik ken via mijn werk. Zij is een goeie zangeres. Wat denk jij ervan? Zal ik haar vragen?"

Op een doordeweekse avond sprak ik voor het eerst met Simone af in één van de oefenruimtes van Gigant. Ik reed een auto volgepakt met opnameapparatuur van Amsterdam naar het midden van het land. Tegenwoordig neem ik een hele studio mee in één ruime fietstas, maar toen was een deel van het spul nog analoog, dus omvangrijk. De Apeldoornse poptempel bleek gemotoriseerd lastig te bereiken. Diverse wandelaars in het centrum van het grootste dorp van Nederland gebaarden geërgerd, dat ik mij op voor auto's verboden terrein begaf. Vriendelijk terugwuivend vond ik uiteindelijk mijn weg naar de zij-ingang van het muziekcomplex.



Vantevoren had ik Simone een cd opgestuurd - WeTransfer bestond nog niet - met een selectie van nummers die NS Dansorkest graag wilde uitbrengen. Wij hadden gemaild en kort gebeld, maar elkaar niet in levenden lijve gezien. Ik was nerveus, omdat ik me afvroeg of Simone de muziek niet te simpel en de teksten te buitenissig zou vinden. Dat bleek niet nodig te zijn. Ze was aardig en we raakten meteen in gesprek over muziek. Zingen was, en is, haar grote passie.

De ruimte hield het midden tussen een bezemkast en een muziekopslagplaats, maar toen ze begon te zingen, vergat ik de omgeving. Een stem als een klok en een bereik van formaat. 100% Voorbereid, al vond ze zelf van niet. Professioneel, met een scherp oor voor hoe het moet klinken en streng in het beoordelen van haar verrichtingen. We begonnen met Neem Me Mee, een tekst van Jeroen op een liedje van Boudewijn, Jeroen en mijzelf. Het was meteen raak. Simone heeft in de loop der jaren heel veel meer gezongen op nummers van NS Dansorkest, maar deze eersteling verdient een bijzondere vermelding.

Nog steeds luister ik met plezier naar deze opname uit het Apeldoornse rommelhok. Ze is een voorafspiegeling van wat komen ging met NS Dansorkest en een voortzetting van wat was met Tunnelfist. Met laatstgenoemde schandaalrockformatie maakten we Comes A Day. Een nummer gedreven door een eenvoudige maar doeltreffende palingpopbaspartij van Louis en een al even simpele gitaarriff van mijzelf. Op Neem Me Mee doet NS Dansorkest hetzelfde, maar dan anders. Blijkbaar hebben we een voorliefde voor country en Volendamse hoempapa. Op Neem Me Mee bast niet Louis, maar Boudewijn, die op geheel eigen wijze een ferme hobbel uit de snaren tovert.

Behalve met de tekst, doet Jeroen niet mee: het slagwerk onder dit nummer komt uit de computer en de percussionele toeters en bellen zijn voor rekening van Boudewijn die, behalve een bekwaam bassist, ook een pro is op tamboerijn en ander klein slagwerk. De door mij geprogrammeerde drumpartij was bedoeld als clicktrack om snaren, toetsen en drums bij op te nemen, maar naar het oordeel van drummer Jeroen meteen ook de beste partij. Jeroen is een dienende muzikant die het nummer voorop stelt, zelfs wanneer dat betekent dat hij niet meedoet.



Over de wah-wah-partij die ik heb ingespeeld ben ik erg tevreden. Ik had net de Cry Baby gekocht, omdat Jimi Hendrix hier op speelde. Een loodzwaar ijzeren geval waar je het prachtigste gitaargehuil uit haalt. Ik kon niet wachten het te gebruiken en ging aan de slag op het eerste nummer dat zich aandiende, Neem Me Mee.

De hoofdprijs gaat naar de glasheldere zang. Prachtig! Precies wat Jeroen en ik voor ogen hadden bij dit liedje. Het is niet voor niets, dat deze en Voor De Zekerheid van dezelfde cd het goed doen in met name Vlaamse en Nederlandse kleinkunstafspeellijsten op Spotify. Overigens kan Simone ook een enorme rockstrot opzetten, luister maar 's naar deze: Als je goed luistert naar Neem Me Mee, hoor je dat Louis in de refreinen op de achtergrond zingt. Zijn stem en die van Simone gaan goed samen. Simone en Louis hebben nooit in levenden lijve samen gezongen. Ik heb hun partijen altijd in afzonderlijke sessies opgenomen. In die jaren snorde ik met de auto, op de fiets en in de trein het halve land rond om muzikanten hun partijen ter plekke te laten inzingen en -spelen. Zo kwam ik terecht in Apeldoorn, Arnhem, Hillegom, Amsterdam, Nijmegen, Heerde, Vijfhuizen, IJmuiden, Haarlem, Utrecht, Elspeet en talloze andere plaatsen waarvan ik de namen hier achterwege laat om jullie niet te vervelen. Bij mensen thuis, in opnamestudio's, oefenruimtes, sportaccomodaties, havenloodsen, tijdelijk tot studio omgebouwde afbraakpanden en waar al niet. Vaak 's avonds na het werk, met een matje en slaapzak boven op de muziekspullen en dan de volgende dag gapend en wat zweterig weer naar kantoor. Soms in het weekend wanneer meer tijd nodig was, bijvoorbeeld om alle drumpartijen ineens vast te leggen.

In dat laatste geval was het een een-tweetje tussen Jeroen en mij. We begonnen meestal op vrijdagavond en reden zondagnamiddag weer naar huis. Hij laadde zijn Seat vol met alle standaards, deksels, potten en pannen van het drumstel, ik mijn Audi met snoeren, microfoons, nog meer standaards, een mengpaneel, de muziekcomputer en natuurlijk een kratje Lindeboom en een fles Sambuca, de favoriete smeerolie van het drumkonijn.



Zo hebben we veel partijen van de cd Naturbreit opgenomen in het huis van mijn broer Reinout in Hillegom. De opnameapparatuur stond opgesteld in de keuken, het drumstel ernaast in de bijkeuken. Broer was een deel van het weekend op pad en wij konden onze gang gaan. Na de eerste opnamesessie, waarin we alle drums en een deel van de percussie vastlegden, was het bonte avond. Een groot deel van het werk was gedaan en de euforie vierde hoogtij. De volgende ochtend begon ik de dag met het opruimen van een keurig, piramidevormig hoopje braaksel van Jeroen, die de avond ervoor nét iets te diep in het sambucaglaasje en Lindeboomflesje gekeken had.

Na het ontbijt was Boudewijn aan de beurt met de bas. Zittend aan de keukentafel, af en toe een Marlboro opstekend, speelde hij zijn partijen kalmpjes en trefzeker stuk voor stuk in. Tenslotte de rest van de percussie. Jeroen had veel bij zich en alles móest gebruikt, daarover was hij duidelijk: een tamboerijn, een ratel, een triangel, een kalebas, sambaballen, bongootjes, je kon het zo gek niet bedenken of hij toverde het tevoorschijn. Hij en Boudewijn verdeelden de partijen onderling en ik zette een reeks tracks klaar in Cubase. Aan het eind van de dag had ik blauwe vingers van het draaien aan de knoppen, maar alles stond op de harde schijf van de muziekcomputer en een grote tevredenheid maakte zich van mij meester. In de namiddag maakte ik ruwe mixen die ik de mannen liet horen. Jeroen stond dansend met de koptelefoon op in de keuken. Jeroen danst niet vaak, maar als hij heel erg in zijn nopjes is met muziek, gebeurt het. Zo is er de prachtige filmopname uit de oefenruimte in Nijmegen die ik bijsluit bij dit verhaal. Boudewijn en ik speelden een stuk muziek dat ons al langer bezighield en Jeroen gooide de voetjes van de vloer. Later maakten we van dit themaatje een volledig opgetuigd nummer voor onze volgende cd, een rockopera getiteld 'De Zoeker', waarover in een latere aflevering meer.

Die avond kwam Reinout thuis en hebben we gevieren hikkend van de lach een cd van Mannen van de Radio beluisterd.

Zondagochtend konden we pakken en was de cd klaar, dat wil zeggen, kon het mixen en masteren een aanvang nemen. Daar ben ik gewoontegetrouw nog maanden mee zoet geweest, dit zo nu en dan tot groeiende wanhoop van Jeroen: "Aan de hoeveelste mix ben je inmiddels toe, of mag ik dat niet vragen?" Naturbreit is de eerste cd van NS Dansorkest in een lange reeks en degene die de meeste kanten op vliegt: teksten in drie talen - Engels, Duits en Nederlands - talloze en nogal van elkaar verschillende muzikale invalshoeken en minstens vier verschillende opnametechnieken. Net als de eerste cd Man Alleen van Zahnfleisch trouwens, waarop we ook vele wegen bewandelen. We waren denkelijk nog op zoek naar 'het juiste geluid', zo dat al bestaat. Van het hoorbare spelplezier word ik nog steeds vrolijk.



De albumhoes is bijzonder. Daar zien wij Karl-Herbert, de opa van Jeroens vrouw Ute, met de koptelefoon op luisterend naar marsmuziek. Daar was hij dol op en werd hij blij van.

Martijn Rutte, 23 december 2023