11. We kunnen optreden in Berlijn. Tunnelfist met Kompromislos




Jeroen kwam thuis van vakantie aan de Duitse Oostzee met de mededeling: we kunnen optreden in Berlijn. "Op de camping kwamen we een Duitser tegen, zo'n Autonomen-type. Hij doet de bandprogrammering van een podium. Een rare snuiter, vooral Floor heeft met hem gepraat. Als jullie willen, kunnen we spelen."

Jos was enthousiast en sloeg op hol: onderweg zouden we her en der optreden, hij zou Duitse hertalingen maken van zijn Engelstalige teksten, we zouden geluids- en beeldapparatuur meenemen voor op het podium, inclusief samples, synthesizerpartijen en elektronische drums, voor op onze nieuwste Duitstalige single Kompromislos. Louis was aarzelend: "Berlijn, ik weet het niet hoor. Laten we eerst hier maar eens wat oefenen en optreden." Om enige minuten later te vervolgen met: "Leuk hoor, Berlijn, daar heb ik zin in!" Het leek mij erg leuk. Voor het eerst in het buitenland en dan nog wel in deze bijzondere stad. Het zou vast een hoop geregel en georganiseer worden, maar dat zag ik tegen die tijd wel.



Berlijn heb ik voor het eerst bezocht in de zomer van 1990, op de fiets, samen met Jacqueline. Het beviel ons daar uitstekend en we zijn dus bijna twee weken blijven plakken op onze camping aan het water in Potsdam. Iedere dag maakten we de lange tocht naar de stad en verkenden die in alle hoeken en gaten. Niet mooi, zeker niet mooi, maar wél uiterst boeiend. Heel groen ook en vol prachtige, verborgen plekjes. De stad ook van muziek en muzikanten. David Bowie, Iggy Pop, Nick Cave And The Bad Seeds, Crime And The City Solution. En Lou Reed die zijn meesterwerk ernaar vernoemde, zonder er toen ooit een voet gezet te hebben.

Enige jaren later keerde ik er terug, samen met Gijs, onderweg naar huis van onze dolle rondreis door Hongarije, Bulgarije, Roemenië en Oekraïne. Gijs kende een Duitse, Birgitt, die hij had ontmoet tijdens een studiereis in Polen. Bij haar zouden we kunnen aankloppen om op verhaal te komen na twee slapeloze, verreisde nachten. Birgitt woonde aan de Stuttgarter Straße en zette net de Hollandse gasten Jan-Jaap en Roelof, studiegenoten van ons, een champagne-ontbijt voor. De heren waren toevallig net op visite. Van uitrusten kwam het niet. Erna werd er gezwommen en moesten we dansen tot in de ochtend in een fabriekshal ergens in Kreuzberg. Gijs viel wandelend in slaap en rolde pardoes de bosjes langs het Landwehrkanal in. Van Roelof herinner ik me nog dat hij, ondanks de vochtige, drukkende hitte, zijn zwarte studentenplunje aanhield.



Louis, Jos en ik logeerden voor het optreden aan de Richardplatz. Daar vond ook de generale repetitie plaats in de immense kelder onder het huis. Tussen wasmachines, kledingrekken, strijkplanken en werktafels stelden wij ons instrumentarium op en begonnen te spelen bij lamplicht. De bewoners van het huis en hun vrienden waren ons publiek.

De dag voor het optreden hadden we een afspraak met Jeroens campingcontact in diens kraakpand, tevens popzaal. Het pand heette Im Eimer en de man noemde zich Speiche. Im Eimer was een grauw, vervallen gebouw uit de late negentiende eeuw in Berlin-Mitte, in een straat vol met gaten en ruïnes. De hele gevel en voordeur zaten vol met posters van optredens en oproepen tot demonstraties. Aarzelend klopten we aan. Niemand kwam, maar de deur was open. We liepen naar binnen en vroegen de eerste de beste die we tegen het lijf liepen naar Speiche.De vrouw wees ons een paar kamers verder. Speiche miste een voortand en sliste. Jos kon hem geweldig nadoen. De man was vriendelijk maar ook dwingend: we moesten op tijd zijn en via een aangegeven route onze apparatuur binnendragen. Ook Autonomen hebben regels.



Die avond traden we op, staand op een stukje overgebleven vloer van de eerste verdieping van Im Eimer. De rest was eruit gedrild. Het publiek stond één verdieping lager. Een goed gevulde zaal die was opgewarmd door een groepje hard gaande Rotterdamse technoboys, die met hun audio- en videoshow de zaal overspoelden met bonkende samples en oscillerende beelden in felle, in elkaar overlopende kleuren. En door Life To Us. De band speelde een mooie set, de klanken van Max' synthesizer vulden de grote ruimte. Een perfect decor voor het atmosferische toetsengeluid. Toen was het de beurt aan Tunnelfist. Voor de gelegenheid hadden we Interzone van Joy Division ingestudeerd. Een mooi nummer, waarmee Jos en ik in de jaren '80 waren begonnen samen muziek te maken. Verder natuurlijk onze Duitstalige prijspakker, de cover You're My Heart, You're My Soul van Modern Talking, aangevuld met publieksfavorieten als Year 2000, Faggot Queen en Revenge. Onze single Kompromislos - merk op, dat de titel een spelfout bevat - hebben we niet gespeeld. Dat was niet mogelijk met de middelen die we hadden. Wel inspireerde het Duitse avontuur Jos nadien tot het schrijven van twee mooie Duitstalige teksten: Sekunde en Rad Des Schicksals. Hij had altijd al een voorliefde voor de Duitse taal en cultuur in al haar fraaie en minder fraaie facetten. Anders hadden we, om te beginnen, Kompromislos nooit gecomponeerd. In de tekst verweven zit een stukje van een gedicht van Nietzsche, dat overigens niet helemaal juist is weergegeven. Jos was in dat soort dingen achteloos. Het ging hem om het grote idee, niet om de uitwerking.



Kompromislos bestaat uit twee akkoorden en is bedacht door Louis. Hij nam alle bas-, toetsen- en elektronische drum-partijen voor zijn rekening. De gitaarpartijen zijn van mijn hand, evenals de koorzang uit de Yamaha-synthesizer in het outro. Jos heeft zijn zang opgenomen met een plastic HEMA-microfoontje. We hadden toen nog geen professionele Sure-microfoons gekocht. Die kwamen pas later, toen we gingen verdienen met optredens. Het publiek was enthousiast en klapte hard, hetgeen ons prikkelde om de set in hoog tempo, maar niet gehaast, af te wikkelen. Opgewonden verlieten we na een uur het podium, uitgeleide gedaan door gejuich en gejoel."Zugabe! Zugabe!" Dat werden natuurlijk Pussy Nauw en Oo Aa Sex. De Rotterdamse speedkikkers hadden ons optreden op eigen initiatief gefilmd. Dolenthousiast drukte één van hen mij de videoband in de handen, malend met zijn kaken en met ogen als schoteltjes. "Te gek optreden, man, helemaal te gek. Ik heb alles op band opgenomen!" Op geheel eigen wijze, zo bleek na thuiskomst: toen Jos en ik de videocassette in mijn woning aan de Kerkstraat op de grote tv bekeken, zagen we op het podium vier figuren langzaam in elkaar overvloeien, van kleur verschieten, erna uiteenvallen om tenslotte te veranderen in vlammende vuurballen. Schaterlachend en hoofdschuddend bekeken we de video. De geluidskwaliteit was pover: alles via één microfoontje vanuit de zaal vastgelegd. Niettemin hebben van de audio-opname een album gemaakt voor op de streaming media. Alleen voor de liefhebber. Je krijgt een mooie indruk van de felheid waarmee we gespeeld hebben. Jeroen ging onze gage ophalen bij Speiche. Toen hij hem, dwalend door trappenhuizen en zalen, gangen en kamers van het immense pand, uiteindelijk vond, was de man amper aanspreekbaar. Goedmoedig slissend tussen zijn gehavende tanden, maande Speiche Jeroen zich niet druk te maken om het geld. Dat zou wel komen, nu was het feest. Tenslotte heeft Jeroen hem, pratend als Brugman, de Deutsche Marken alsnog ontfutseld.

Hij en Life To Us keerden huiswaarts. De rest van Tunnelfist bleef. De Nederlandse fans hadden zin in een verzetje. De band ook. Na een dolle avond Im Eimer hebben we in kleiner comité het feest voortgezet aan de Richardplatz.



Enige dagen later laadden wij de muziekspulletjes in de Toyota en snorden tevreden huiswaarts. Wat een mooi avontuur! In de eropvolgende jaren zouden we vaker spelen in Berlijn, maar niet meer Im Eimer. De tent is niet lang daarna gesloten en verbouwd en haar bewoners en bezoekers hebben plaatsgemaakt hippe dertigers met hondjes, haast en handy's.

Birgitt en ik zijn goed bevriend geraakt. Dit verhaal heb ik geschreven vanuit haar huis aan de Richardplatz, op een steenworp afstand van haar vroegere woning waar wij elkaar hebben leren kennen.



Ons eerste Duitstalige nummer, Kompromislos, hoewel nooit live uitgevoerd, bleef voor verrassingen zorgen. In dezelfde tijd dat we ons eerste optreden in Berlijn hadden, pikte een radiozender in Sydney, Australië, het liedje op en begon het te draaien. De zender had een miljoenenbereik. Als er toen streaming media hadden bestaan, was het aantal bezoekjes aan Tunnelfist aldaar flink gestegen. Toen merkten we het vanwege betalingen door BumaStemra en SENA en lazen het terug op de website van de radiozender.

Ook in Nederland deed het lied het goed. We kwamen ermee op de radio, in muziekbladen en op verzamelcd's bij muziekbladen, zoals deze van de Opscene. Er waren ook mensen uit de business - dj's, recensenten & muziekduiders - die het nummer "eng" en "smakeloos" vonden. Dat bracht ons nog meer aandacht. Zo gaat dat.

Martijn Rutte, 27 januari 2024