22. Met zijn allen rukkend aan het stuurwiel: Tunnelfist met New Moon




Opnemen met Tunnelfist was niet gemakkelijk, maar leverde wel fraaie liedjes op. Instinct namen we ineens op in oefenruimte The Jam te Amsterdam met de Tascam-sporenrecorder. Dat was een apparaat dat eruitzag als een cassettedeck. Je stopte er eenzelfde tape'je in als in het gewone cassettedeck, maar de opnamesnelheid was vier keer hoger. Dus je moest sneller van tape wisselen. Op de Tascam sloot je vier microfoons aan, dan waren de sporen op. Dat waren dus een microfoon voor de gitaar, een tweede voor de bas en de beide andere voor de drums. Jos zong mee met de opnames in de oefenruimte om ons een idee te geven van waar we waren in het nummer, maar zijn zang legden we niet vast met de Tascam. Ik nam zijn zang later "voor echt" op in mijn woning aan de Kerkstraat.



De albumopnames voor Calling From The Desert deden we op dezelfde manier op dezelfde locaties, behalve de liedjes Bored en Heavy. Die nummers hebben we weliswaar opgenomen in de oefenruimte, maar van die sessie hebben we slechts de drumsporen tape naar de computer overgebracht, om daar met behulp van het opnameprogramma Cubase bas, gitaar en zang aan toe te voegen. Als je goed luistert, hoor je in Bored de oude gitaarpartijen nog een beetje door de nieuwe heenschemeren.

Cubase kun je je voorstellen als een Tascam-cassettedeck op de computer. Alleen Louis had toen een pc die krachtig genoeg was om het programma te draaien, dus werkten we vanuit zijn bovenwoning aan de Haarlemmerstraat. Indertijd bivakkeerde ik er minstens één avond per week. Louis kookte pasta, nasi of gebakken aardappelen met sla en kippenvleugeltjes. Erna kreeg ik filterkoffie, zwart. Vervolgens pakten we een blikje Heineken en een Duralexglas wodka (Stolichnaya, Moskovskaya, Wyborowa of Zubrowka) en gingen we aan de slag. We rookten er een sigaretje bij. Louis Camel en ik Gauloise blauw. Ombeurten boden we elkaar een rokertje aan.

De maxisingle Kompromislos was een allegaartje: het titelnummer is helemaal opgenomen met de computer en een keur aan elektronica bij Louis thuis. Berlin en English Towns hebben we opgenomen in de oefenruimte met de Tascam. Daarvan hebben we weer de drumtracks naar de computer gespoeld en de rest (opnieuw) toegevoegd in de Haarlemmerstraat. En You're My Heart, You're My Soul hebben we in de toen net gehuurde bollenschuur te Hillegom rechtsstreeks met Cubase opgenomen. Met name de drums klinken daardoor een stuk frisser.



New Moon was het eerste album dat we in zijn geheel digitaal, dus zonder sporenrecorder en tapes, op hebben genomen. In de bollenschuur. In die tijd werkten Louis en ik als kleine zelfstandigen in de ict, die gebukt ging onder een mensentekort. Door de flinke beloningen die dientengevolgde in de sector rondgingen, voer bij ons de zilvervloot binnen. Met een volle portemonnaie togen we naar de computerwinkel aan de Kampersingel in Haarlem en kochten daar voor duizenden guldens een pc met groot beeldscherm. En een goede geluidskaart waarop we het mengpaneel en Cubase konden aansluiten.

Over de sessies heb ik in een ander verhaal verteld. Die verliepen voorbeeldig. Maar het mixen, masteren en uitbrengen van de cd gaven problemen. Tijdens het maken van eerdere albums was het gedonder al begonnen. Met Instinct waren we nog redelijk snel klaar. Jos en ik mixten de sporen bij mij thuis, Jos liet er hier en daar nog wat effecten op los met zijn analoge zangeffectenmachientje. Ik bracht het analoge resultaat van de Tascam-tapes over op de harde schijf van mijn computer en brandde het resultaat op mijn werk op cd's. Daar drukte ik ook de stickervellen af voor op de schijf en de cd-hoesjes. Jos, Louis en ik staken op avondje samen de hoesjes in de doosjes en plakten de stickers op cd's.

Zo deden we het ook met Calling From The Desert, met als enige verschil dat Floor de sticker en het hoesje ontwierp, ik die bij de kopieerwinkel bij mij om de hoek liet vermenigvuldigen.



Toen kwam Kompromislos en zette Jeroen er druk op, om het professioneler aan te pakken. We traden vaker op en kregen meer aandacht in de muziekbladen. Nu was het tijd, zo vond Jeroen, om de volgende, logische stap te zetten: die naar de radio. YouTube en Spotify bestonden niet, de radio bepaalde. En bij de radio kwam je niet aanzetten met eigen knip- en plakwerk, aldus onze drummer. Hoe het masteren en laten vervaardigen van deze cd verliep en welk compromis we met Jeroen sloten over "zelf doen" versus "laten doen", lees je in dit verhaaltje.

Naarmate de computer een grotere rol innam bij het maken van opnames, werd de rol van Louis bij het mixen belangrijker. Jos en ik kenden de werking van Cubase niet, Louis wel. Ik leerde snel, maar voor Jos is het programma altijd een worsteling gebleven. Hij had er het geduld niet voor en uiteindelijk niet de interesse. Maar hij wilde wél zijn invloed op het geheel hebben. Ook vond hij dat Louis niet snel genoeg leverde. Louis voelde zich opgejaagd. Ik herinner me een sessie aan de keukentafel thuis bij Jos. Louis kwam binnen en smeet nurks en uitdagend een cd op tafel. "English towns, eerste mix" stond erop gekrabbeld in zijn kenmerkende hanepoot. "Hier heb je je mix, Jos! Het is helemaal niet goed en ik twijfel aan alles." Het werd geen gezellige avond.

Wisten we tijdens het uitbrengen van Calling From The Desert en Kompromislos de crisis uiteindelijk nog te bezweren, bij het afronden van New Moon barstte de bom. Het album bevat drie studiotracks: New Moon, Pity en Ooh Debbie en één livetrack van een niet eerder officieel uitgebracht nummer, Pappa Waar Ben Je Gebleven. Waren de opnames in onze schuur nog allerplezierigst verlopen, de mixage en wat erop volgde waren een nachtmerrie die bijna het einde van Tunnelfist heeft ingeluid.



Omdat het geld op was, namen we naast het mixen ook zelf de mastering (dat is het cd-klaar maken van gemixte liedjes) en de vervaardiging van het hoesje ter hand. Louis en ik deden het werk en luisterden regelmatig met Jos in de schuur naar tussentijdse resultaten. Jeroen wilde er liever niet bij zijn, want hij bemoeit zich uit principe alleen met zaken waarvan hij verstand heeft. Jos had een hyperfocus op de zang en wel zozeer, dat hij geen oor meer had voor het geheel. Een neveneffect was een toenemende onvrede over zijn eigen prestaties. Ettelijke mixen verder, wilde hij alles opnieuw inzingen.

Zo geschiedde, onder mijn begeleiding, want het leek me niet verstandig de inmiddels diep geïrriteerde Louis erbij te vragen. De uit deze sessie stammende takes hebben we nooit gebruikt, want ze waren zo lauw als een bak oude bami.



Uiteindelijk, maanden later, waren mix en master af. Ik had er schoon genoeg van. Van Jos met zijn gemier en Louis met zijn getwijfel. Maar ik hield mijn mond, omdat ik graag speelde en erg gesteld was - ben - op beide heren.

Jos had zich gebogen over het hoesje. Dat werd een detail uit een schilderij dat hij thuis aan de muur had hangen. Ik heb de hoes altijd gezien als een logische opvolger die van het Kompromislos-album. Ander beeld, zelfde gevoel. Jos had op een associatieve, ongetrainde manier gevoel voor vorm, kleur en de sfeer die beelden kunnen oproepen.

In de schuur brandden we een reeks exemplaren en staken we de hoesjes in. De schijf ging naar bladen en radiozenders. We werden gedraaid door Studio Brussel en een aantal lokale radiostations, waaronder Radio Mortale in Amsterdam, waar we een vraaggesprek deden en liedjes ten gehore brachten. De bladen waren lovend en het Vlaamse muziekblad de Rifraf gaf ons een pluim voor het geluid. Optredens hadden we bij de vleet.



Maar Jos was niet tevreden. En zo kon het gebeuren dat zijn, en deels ook onze vriendenkring, een cd getiteld Star Tracks kreeg uitgedeeld (ook dat nog, gratis weggegeven!), voorzien van een knullig hoesje met een foto van het sterrenstelsel erop. Op de schijf stonden de vier liedjes van New Moon in een werkelijk abominabele remix, gemaakt op Jos' eigen computer. Met één of ander lullig muziekprogrammaatje dat standaard met Windows meekomt. En dat niet van de losse sporen, maar van het gemixte geheel. Het hele geluid hing dus uit het lood.



Nu ik dit schrijf, voel ik de verontwaardiging en woede van toen weer opborrelen. Wóest was ik, wekenlang. Louis moest er hard om lachen. "Jezus, die Jos, dit is me toch ook wat, ha ha ha ha!" Dat is een mooie eigenschap van Louis. Als het écht erg wordt, kan hij in schaterlachen uitbarsten over de onbeholpenheid en gekkigheid van de mens. Jeroen was onthutst en begrijpt vermoedelijk tot op de dag van vandaag niets van de ongerichte eenmansguerilla door onze frontman.

Als er één moment is geweest, dat ik serieus heb overwogen uit de band te stappen, is het toen geweest. Ik kan tegen gezeur. Ik kan tegen chaos. Ik kan tegen onredelijkheid. Ik kan tegen boosheid en ik kan tegen gescheld. Maar ik kan níet tegen zo'n ongehoorde motie van wantrouwen over mijn aandeel in de muziek. Louis en ik hadden maanden lang ons uiterste best gedaan alle bandleden zo goed mogelijk tot hun recht te laten komen in de mix. Ik had een heel weekend lang Jos al zijn partijen ontelbare malen opnieuw laten inzingen, totdat ook hij concludeerde dat wat hij aanvankelijk had opgehoest beter was. We hadden als band overeenstemming bereikt over het eindresultaat dat we zouden uitbrengen. We hádden het uitgebracht, god betere het. En dan dit! Een volkomen gesjeesde mix door een malloot die niets, maar dan ook werkelijk niets van geluid en techniek begreep, aangeboden aan onze fans?! Ik was in staat hem te wurgen met de lage e-snaar van mijn gitaar.



Maar, enigszins gekalmeerd, wilde ik eerst weten, wat Jos in vredesnaam bezield had.

Ik deed er enige tijd over, daar achter te komen.

Jos vertelde het me in café Genootschap Der Geneugten bij mij in de straat, in die jaren mijn tweede huiskamer. Ik zie ons nog zitten aan het vaste tafeltje achter de pilaar naast de ingang van de toiletten. Hij vond dat in de oorspronkelijke mix zijn zang teveel "ssss" en "ttttt" deed. Ik kon niet meer boos zijn toen ik dát hoorde. Diepe onzekerheid over het eigen kunnen, onvermogen er met de bandleden over te praten en dan grijpen naar wat hij als laatste redmiddel zag: zelf een neuwe mix maken. Wat treurig. Zo'n getalenteerde man en dan zo'n minderwaardigheidscomplex over wat hij fantastisch kon: zingen en entertainen. En als klap op de vuurpijl er met niemand, met helemaal niemand, over praten, tot op het moment dat het, uiteindelijk, ter sprake kwam in het café, op langdurig aandringen van één van zijn beste vrienden, tevens gitarist van de band.



De gelukkige uitkomst van dit alles was dat de eropvolgende opnamesessies ontspannen zijn verlopen: de totstandkoming van het album Sparrow Flies was van een lichtheid waar we toen allevier verbaasd en verheugd over waren. Alles ging vanzelf, ook de mixage en mastering met Zlaya. Daarna kwam nog Alle 13 Kut, opgenomen in de MusicQ in Amsterdam-Oost. Die sessies verliepen aanmerkelijk minder ontspannen, niet in de laatste plaats omdat ik die keer bijna alles in mijn eentje heb moeten doen. Daarover een andere keer meer.

Martijn Rutte, 13 april 2024

De foto's van het optreden in 't Oude Pothuys te Utrecht ("Auw, mijn hoofd!") zijn van Hanz de Vries.

De foto van een jonge Jos en Martijn is van Jacqueline Straathof.

De zwartwitfoto is van Marie-José Zondag.